Artikelen

In de loop van de afgelopen jaren verschenen in diverse (vak)bladen artikelen van Reinoud van Assendelft de Coningh. Hieronder zijn enkele van die artikelen weergegeven. Aarzel niet om contact op te nemen als u over een bepaald onderwerp meer wilt weten of als u uit deze artikelen wilt citeren:

 

DE INCLUSIEVE LEISURESECTOR

maart 2014 

Enkele jaren geleden had de NHTV in Breda al de visie om de ontwikkelingen die zouden gaan plaatsvinden op het snijvlak van zorg en leisure te signaleren en er een serie brainstormmiddagen aan te wijden in de formule van een World Café Sessie. Een fantastische formule, waarin tal van betrokkenen uit de zorgsector en de leisuresector samenkwamen om hun ideeën te delen en hun raakvlakken af te tasten. Onder de titel ‘Leisure4Health’ ontstonden publicaties en nieuwe businessconcepten. Er was zelfs een jonge ondernemer die dankzij deze sessies de helft van zijn aandelen in een nieuwe, heel innovatieve zorgonderneming aan een grote zorgverzekering verkocht!

Vanaf dat moment was voor mij duidelijk dat de leisuresector en de zorgsector elkaar nodig zouden hebben en als twee goed gesmeerde tandraderen in elkaar zouden grijpen.

Vandaag zijn we daarmee al een stuk verder. In tal van horeca bedrijven werken bijvoorbeeld al mensen met een ‘vergrote afstand tot de arbeidsmarkt’, zoals dat heet. Mensen met een lichamelijke- of verstandelijke beperking doen op heel natuurlijke wijze hun intrede binnen leisure bedrijven en worden onderdeel van het bestaande team.

‘De inclusieve samenleving’ wordt dat genoemd en die heeft veel te maken met de hernieuwd samengestelde Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), die zoals het er nu uitziet met ingang van 1 januari 2015 in werking zal treden. Mensen met een beperking worden niet of steeds minder ‘weggestopt’ in dagbestedingscentra, maar krijgen een baan op maat in de maatschappij. Het quotum van Staatssecretaris Kleinsma dat wettelijk zou worden geregeld is van de tafel, maar het bedrijfsleven in Nederland heeft toegezegd dat er tenminste 125.0000 banen komen voor mensen met een beperking.

Deze prachtige nieuwe ontwikkeling heeft tot gevolg dat attractieparken, musea, theaters, verblijfsaccommodaties en tal van andere leisurebedrijven ruimte maken voor nieuwe werkgelegenheid. Mensen met een beperking genereren daarmee meer economische waarde met hun arbeid en de bedrijven die hen in dienst nemen kunnen in bepaalde gevallen van de gemeente een tegemoetkoming krijgen in de kosten, omdat de productiviteit vaak op een ander niveau ligt dan van de overige werknemers.

Ook komt het voor dat er zogenaamde ‘participatiebanen’ in werking treden, waarbij niet alleen mensen met een beperking, maar ook degenen die vanuit een langdurige werkloosheid situatie of vanuit de bijstandswet komen, een tijdelijke, begeleide baan aangeboden krijgen. Vaak is dat voor een periode van een jaar, waarna men makkelijker uitstroomt naar regulier werk  en op die manier een treetje op de ‘participatieladder’ stijgt.

De komende jaren zal deze ‘inclusieve samenleving’ zich onder invloed van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning zeker doorzetten. 

Een van de meest aansprekende voorbeelden die ik tegenkwam is zorgorganisatie Driestroom in Elst, die onlangs het  filmhuis en restaurant  Villa LUX in Nijmegen overnam, er overdag  een concept van vergaderzalen en flexwerken aan toevoegde en er met vijftien nieuwe medewerkers in samenwerking met de Gemeente Nijmegen nu DROOMvilla LUX van heeft gemaakt! Een fantastisch initiatief waar iedereen blij van wordt!

Het idee is afkomstig van DROOM! in Elst, waar al vijf jaar een flexwerk- en vergadercentrum is, gecombineerd met horeca èn zorg. Het DROOMteam bestaat uit meer dan vijftig medewerk(st)ers met en zonder beperking.  De gasten beschouwen het team als heel sympathiek en de exploitatie loopt voortvarend!

Maar wat zeker zo belangrijk is, is dat mensen die voorheen ‘dagbesteding’ hadden op een locatie waar ze met andere ‘gehandicapten’ elke dag naar toe gereden werden en dan konden borduren of hout bewerken, nu in een gewone werkomgeving functioneren.

Ja, bepaalde aanpassingen zijn soms nodig, zoals het aangeven van de verschillende taken per dag op een bord met pictogrammen om het voor degenen met een verstandelijke beperking begrijpelijker te maken. En natuurlijk is er professionele begeleiding nodig, die een kostenpost met zich mee brengt. Maar dat kan dan ook door de  vergoeding die hier tegenover staat.

De gemeenten gaan vanaf 1 januari 2015 bepalen hoe de nieuwe WMO uitgevoerd wordt en de middelen daarvan besteed worden. Dat het op veel plaatsen in de horeca werkt en in de hospitality sector is inmiddels duidelijk. Nu de attractieparken nog. Een aantal parken speelt hier al prachtig op in. En in Limburg is een bekende attractieparkenondernemer al bezig om samen met een zorgorganisatie een park te ontwikkelen.

Ik weet zeker dat met het rekruteren van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt diverse functies in het operationele proces binnen attracties en attractieparken minstens evengoed en vaak goedkoper uitgevoerd kunnen worden.  Daarbij zouden we enorm meewerken aan die ‘inclusieve samenleving’ en velen wat meer alledaags geluk in hun werk bezorgen.

Onze rockstar-trendwatcher Adjiedj Bakas voorspelt dat de leisure sector de komende jaren nog enorm zal groeien omdat we door de voortgaande digitalisering en het gebruik van robots steeds meer vrije tijd krijgen.

Laten we er met elkaar voor zorgen dat dat een ‘inclusieve leisuresector’ wordt!


Reinoud van Assendelft de Coningh

Van Assendelft & Partners BV

Adviesbureau voor Leisure & Cultuur

Twitter:@rvanassendelft

 
 

 

Terug naar top ^


Onderstaand artikel verscheel onder de (in het Engels vertaalde) titel 'Entertainment, the Value Pack for Theme Parks' in een Russisch Theme Park Magazine in november 2014:

Theater en show steeds belangrijker in Themaparken

 

Ik ken weinig spannender effecten dan de volgspot, de ‘Super Trooper’  die over het publiek doolt en uiteindelijk stil houdt op de coulissen, waar met een oorverdovend applaus de ster van de show het toneel op komt!  Zich aanbiedt aan het  publiek! De magie van het theater, de wisselwerking van de spanning tussen artiesten en bezoekers!

Shows en entertainment, revue en stunts zijn de laatste jaren sterk in opkomst als de nieuwe attracties binnen de themaparken. De trend is duidelijk zichtbaar en ontwikkelt zich spectaculair. Enerzijds omdat de investering in een show vaak beduidend lager ligt dan in een nieuwe attractie. Anderzijds omdat het niet meer hoger, sneller en harder hoeft van een steeds belangrijker doelgroep voor attractieparken, namelijk die van de senioren. Deze nog steeds groeiende groep heeft tijd en geld en komen in steeds grotere getale, en vaker met hun kleinkinderen naar onze parken toe.

Shows worden belangrijker, theaters doen steeds meer hun intrede in attractieparken.

Cinéscénie

De grootste show die ik ooit in een attractiepark zag en tevens de grootste avondvoorstelling ter wereld is ongetwijfeld het adembenemende en imposante  ‘Cinéscénie’ in het prachtige park Puy du Fou in Frankrijk. Een voorstelling, waar de geschiedenis van de streek wordt verteld en gespeeld door niet minder dan 1.100 zangers, dansers, acteurs en figuranten, die zonder een uitzondering allen vrijwilligers zijn. In alles bereikt deze show het topniveau! Per vrijdag- of zaterdagavond zien maar liefst 14.000 bezoekers de show en kaarten voor deze speciale avondshow moeten bijna zes maanden tevoren worden gekocht om niet achter het net te vissen! De laatste innovatie is het inzetten van drones met theaterspots erin om de belichting nog spectaculairder te maken!

Het hele park Puy du Fou – naar mijn mening een van de mooiste parken ter wereld- is trouwens gebaseerd op shows en theatervoorstellingen, die de bezoeker zeer nauwkeurig plant om maar niets te hoeven missen. In Rusland is een intentie tot samenwerking getekend tussen de eigenaren van Puy du Fou en investeerder Konstantin Malofeev om twee soortgelijke parken te realiseren, die de Russische geschiedenis vertelt in diverse voorstellingen, die elk een eigen theater krijgen. De geschatte investering bedraagt 4.3 miljard roebel ($ 110 mio.)

Thema shows

Overal ter wereld is natuurlijk de haloween periode die we net achter de rug hebben met z’n speciale showprogrammering al enorm populair en zorgt voor zeer hoge bezoekersaantallen. Maar het gaat verder. Steeds vaker komt het voor dat speciale theatervoorstellingen de ‘slagroom op de taart’ vormen van een bezoek aan de parken. Parken kunnen zich met deze voorstellingen goed onderscheiden en de voorstellingen kunnen op maat gemaakt worden in het thema van het park. Vaak gebeurt dat dan ook met de characters van het park als hoofdrolspelers.

Bedrijfskundig voordeel

De voorstellingen zorgen daarnaast voor minder wachtrijen bij de attractie en daarmee voor hoge bezoekerstevredenheid. Terwijl entertainment tijdens de wachtrijen ook de gasttevredenheid verhogen.

Shows, die aan het eind van de dag worden gegeven, vaak  zelfs uren nadat de attracties al gesloten worden, zorgen voor hoge bestedingen in de horeca van het park omdat bezoekers blijven eten om niets van de avondshow te hoeven missen. De grootste hit op dit gebied en de meest spectaculaire show is natuurlijk Disney Dreams, de avondshow, een ‘explosie van kleur, licht en magie. Met fonteinen, vuurwerk en lasereffecten beleef je een tour langs de bekendste Disney verhalen’, aldus de Disney brochure. Maar ook de spectaculaire fonteinenshow ‘Aquanura’ van het Nederlandse park de Efteling gooit hier natuurlijk hoge ogen!

Storytelling

Shows en entertainment in themaparken vertellen het verhaal van het park beter dan welke attractie dan ook. Bovendien zijn ze stukken goedkoper, spelen perfect in op een ouder publiek en kan er heel snel mee gevarieerd worden.

Shows kunnen ook uitgevoerd worden als  ‘pop-up attracties’  of zelfs als ‘flashmobs’  waarbij spelers als het ware ‘uit het niets’ ineens een voorstelling tevoorschijn toveren. Steeds meer ontstaan ook voorstellingen in co-creatie, waarbij bezoekers actief bij de scene betrokken worden.

 

Theater heeft altijd al de eigenschap gehad dat het zich heel snel kan vernieuwen en kan aanpassen aan de omgeving, de ‘markt’  van het publiek waarvoor het bedoeld is.

In de  wereld van themaparken waren we natuurlijk al lang gewend aan de ijsshows, aan de circusvoorstellingen, aan de magie-shows en de stunt shows. De laatste jaren gaan we veel meer in de richting van  inhoudelijke verhalen  van het park en over het park. Verhalen die tot mooie herinneringen leiden aan dat park. En daarmee worden weer twee stellingen bewezen, die ik ooit hoorde van Bob Rogers, een van de meest aansprekende imagineers uit de bedrijfstak en die ik al jaren als het motto van al onze werkzaamheden hanteer: ‘Story first, business second and product third’  want ‘People like to collect memories rather than things’

 

Reinoud van Assendelft de Coningh

 

 

 

 

WALT

2007

Soms kan een heel klein zinnetje dat je gebruikt op een persconferentie veel meer gevolgen hebben dan je ooit zou kunnen verwachten. Het park waar ik van begin 1990 tot halverwege 1996 als Commercial Director werkte, de Efteling, is geopend op 31 mei 1952. Het is vanaf het eerste begin een groot succes geweest en de eerste vijfentwintig jaar was de belangrijkste attractie die het park te bieden had een betoverend mooi Sprookjesbos, waar vele sprookjes van Hans Christiaan Andersen, de Gebroeders Grimm en Perrault in één scène met alle kenmerken en spelers van dat sprookje tot leven gewekt zijn. Meer dan tweehonderdtwintigduizend bezoekers in het eerste jaar, ruim anderhalf  miljoen in 1978 en in datzelfde jaar de vijf en twintig miljoenste bezoeker sinds de opening. Nu, in 2007 bezoeken, nadat er veel is bijgebouwd en in attracties toegevoegd meer dan 3,2 miljoen mensen per jaar de Efteling.

Halverwege de jaren negentig hield ik een persconferentie voor de Engelse toeristische pers die bij ons te gast was. Vanzelfsprekend waren die ook onder de indruk van het prachtige park en met name het sprookjesbos dat nog steeds in volle glorie floreert. Ik maakte terloops de opmerking dat het best zo zou kunnen geweest, dat Walt Disney wellicht in de Efteling zijn inspiratie heeft opgedaan voor zijn ‘Fantasyworld’ in Disneyland, dat in 1955 opende. Het was immers bekend dat Disney met zijn gezin begin 1951 in Europa is geweest om te kijken naar de parken die hier waren.

Een paar maanden later zat ik in een vliegtuig van British Airways het inflight magazine te lezen. Daarin stond een verslag van een bezoek aan de Efteling door de journalist en de mededeling dat Walt Disney ons park als bron had gebruikt voor Disneyland’s ‘Fantasyland’. Het woordje  ‘wellicht’ of de mogelijkheid dat Disney in de Efteling was geweest was volldig weggevallen en het feit werd in het artikel als waar gepubliceerd. Vanaf dat moment was een nieuwe mythe geboren! In de vele fansites werd regelmatig gewag gemaakt van het bezoek van Walt Disney aan de Efteling! Zelfs zodanig, dat ook Ted Crowell, een Vice-President van Disney, die in zijn functie als President van de Board of Directors in 1992 de Applause Award, een zeer prestigieuze prijs die tweejaarlijks wordt uitgereikt aan een park dat zich dan het ‘beste park ter wereld’mag noemen- uitreikte aan de Efteling, het vermeldde. De Efteling moest wel een héél bijzonder park zijn als Walt daar geweest was om inspiratie op te doen…..!

Nog vaak dook het verhaal op en de vele fans van het park hebben proberen te achterhalen of de informatie klopte, want foto’s waren er nooit van gemaakt. Tot aan de voormalig secretaresse van Walt werd door hen benaderd om het verhaal te verifiëren! En ook zijn notitieboekje uit het jaar 1951 is er uiteindelijk bijgehaald. Daaruit bleek dat Walt wel degelijk met zijn gezin eind juni en begin juli in Europa is geweest en parken heeft bezocht. Op 29 juni bestaat een foto van het gezin, genomen bij aankomst op luchthaven Schiphol in Amsterdam en op 5 juli beschrijft Walt in zijn notities hun bezoek aan Tivoli in Kopenhagen, dat hij – toen al- een ‘pleasurable experience’ noemt.

Toen de Efteling in 2002 vijftig jaar bestond en er een boek met de geschiedenis van het park verscheen, waarvoor ook ik geïnterviewd werd, heb ik de ware toedracht verteld. Achteraf vind ik het nog steeds een heel mooi verhaal, dat aangeeft hoe nieuws soms echt gemaakt kan worden en een volstrekt eigen leven kan gaan leiden!

Reinoud van Assendelft de Coningh
 
 

 

Terug naar top ^


 

De verbeelding aan de macht!

 

19 juni 2008: t.g.v. seminar 'Imagineering Revisited' (NHTV)

In de eerste beelden van de prachtige en Oscar winnende film ATONEMENT heeft een meisje haar eerste toneelstuk geschreven. Trots als een pauw!

Even later verzucht ze: “Had ik maar een boek geschreven in plaats van een toneelstuk. Als je in een boek schrijft over een kasteel, maakt iedereen zich een eigen voorstelling van dat kasteel. Op het toneel moeten we het zelf bouwen en ziet iedereen onzeinvulling van een kasteel”.

Het verhaal schept een persoonlijke belevingswereld, het theater neemt je mee in de uitgebeelde gedachtestroom van een ander. Een regisseur, een decorontwerper en een costumier.

 Ach, die ‘beleving’ en die ‘belevingswereld’. Ik heb even gegoogeld op ‘beleef’ en kreeg meer dan 1.410.000 verwijzingen alleen al in het Nederlands…..

Over nivellering gesproken.

 Weet u nog hoe het allemaal begon? Nog vóór de Experience Economy, in de jaren tachtig al moest eerst alles ‘een sausje’ krijgen. Toen, vanaf  het begin van de jaren negentig gingen we alles ‘thematiseren’ en toen inmiddels het laatste benzinestation in het allerlaatste dorp gethematiseerd was, kwamen  Pine en Gilmore. Door hun Experience Economy stond de hele wereld in het teken van ‘beleven’.

Je kunt bijna niets meer doen om de ‘beleving’ te ontlopen. Elke stad moet beleefd worden. Elk dorp moet beleefd worden. Beleef Bemmel, beleef Losser en beleef Beuningen! Elke winkel met elke aanbieding moet beleefd worden! Een loze kreet zonder de ‘staged experience’of liever nog de ‘lived experience’die daaraan ten grondslag hoort te liggen!

 Vroeger klonk dat beleven héél anders. Als ik iets héél stouts had gedaan dan zei mijn oma of mijn moeder : “Wacht maar tot je vader thuis komt, dan zul je eens wat beleven!” Ik stelde mij voor wat er dan zou gaan gebeuren en was bij voorbaat bang als ik de witte Vauxhall Victor uit 1967 de straat in zag rijden en ons autopad opdraaien.

 En nu?  Zelfs de dood is een belevenis geworden. Sinds de begrafenis van Manfred Langer, eigenaar van de IT in Amsterdam in 1994 al met een roze Chevrolet met zijn kist, gevolgd door twintig witte volg-limousines en tal van extravagant geklede beleveniszoekers wil iedereen zijn eigen uitvaart regisseren als een persoonlijke belevenis. En wat te denken van de uitvaart van Volkszanger Hazes in een uitverkochte Arena?

 Daarmee zijn we aan het einde van de cyclus gekomen.

 Het is op! Beleving is een ‘conditio sine qua non’geworden. Gelukkig een automatisme dat er altijd in betrokken wordt.

We gaan op naar de volgende hype. Authenticiteit is het nieuwe toverwoord van Joe Pine. ‘Wat consumenten écht willen’ We klimmen langzaam in de piramide van Maslov naar het niveau van de transformatie. Margo Rooijakkers leert ons, dat ‘geluk’ het nieuwe streven is. Volgens Pine zijn we daar nog lang niet aan toe…..

 In Nijmegen waar ik woon, kennen we nu een themafestival ‘Beleef de luxe van Nijmegen’. Gebaseerd op de tentoonstelling ‘Luxe en Decadentie, leven aan de Romeinse Goudkust’ een nieuwe ‘grote’ tentoonstelling die in Duitsland een groot succes is en in het Nijmeegs Museum Het Valkhof zéker weer ruim honderdduizend bezoekers zal trekken, net als ‘De Gebroeders van Limburg’ of  ‘De laatste dagen van Herculaneum’. De Gemeente onderzocht en vond uit dat de bezoekers van zo’n tentoonstelling niet minder dan 3.5 miljoen euro in de stad achterlaten!

Dus we gaan maar weer beleven om de economie een impuls te geven.

Bij de Romeinen kantelde het rijk na de fase van luxe en decadentie en ging ten onder en misschien zitten we daar anno 2008 ook wel dicht tegenaan.

 In Nijmegen zijn we in het kader van ‘t festivalthema ‘Beleef de luxe van Nijmegen’ op zoek naar ‘de miljonairs van geluk’.

Niet materiële zaken winnen het van stoffelijke weelde.

Het gevoel als je je eerste kind krijgt, daar kan geen honderd miljoen tegenop! Geluk dat van binnen zit!

De schoonheid van een stad zit in z’n DNA, dat wat gedurende eeuwen is gegroeid tot één verhaal en één ziel.

 De komende jaren, die in het teken van geluk zullen staan zal er heel veel gevraagd worden van ons voorstellingsvermogen. Zullen we steeds vaker meegenomen worden in de wereld van de verhalenverteller die ons voert naar een persoonlijke emotie. We moeten steeds verder en dieper. Een ‘sausje’ heeft al lang geen waarde meer. Het gaat erom, dat we iemand bij z’n strot grijpen en ‘m zo meevoeren in zijn of haar eigen geluk, dat er een structurele verandering in zijn of haar leven plaatsvindt. Transformatie dus.

John Lennon zong het al: ‘Imagine’. Stel je voor… Imagine there’s no heaven, above us only sky…

 Ook in de marketing zal dit verschijnsel een heel belangrijke rol gaan spelen. Je potentiële klant meevoeren in een wereld. Let maar op dat héél veel producten in de komende jaren mensen ‘gelukkig’ zullen maken volgens de marketeers.

Zou mèt het geluk de geest van de jaren zestig terugkomen? Love & Peace? Make love, not war? Is liefde de volgende stap?  We hebben nu alleen geen wolken van weed en hippies met bloemen nodig om te weten wat we van binnen willen voelen.

 Wat verkoop je eigenlijk? Toch geen product hoop ik? Je verkoopt een emotie. De Efteling verkoopt geen kaartjes  maar verkoopt u allemaal uw eigen beste jeugdherinneringen terug. Voor de meeste mensen zijn die beste jeugdherinneringen gelukkig verbonden met het geluk van de onbezorgdheid. Die herinnering is ooit gemaakt, toen u voor het eerst in het Sprookjesbos kwam en stomverbaasd keek naar de dansende schoentjes en ging luisteren naar de muziek die uit die paddenstoelen kwam. Oh…, wat mooi en ah…, wat bijzonder. Schoenen die dansen zonder dat er iemand in staat….

De mooiste momenten (lees: het geluk van vroeger) beleef je wéér in de Efteling.

Story First, business second en product third. Het geldt voor steden, voor bedrijven, voor producten. Het verhaal staat centraal, vervolgens kijk je hoe je daar centjes mee kan verdienen en tenslotte kies je het product als gereedschap om die centjes ook daadwerkelijk binnen te krijgen. “Showbusiness is wel degelijk business”, zei Woody Allen al, “want anders hadden we het wel show-show genoemd”.

Sinds in het kader van het Nationaal Historisch Museum, dat in Arnhem komt de Canon van Nederland werd vastgelegd, wil iedere stad zijn eigen canon hebben. Zijn eigen verhaal van de geschiedenis van de stad en de toonaangevende mensen die daar gewoond, geleefd en gewerkt hebben.

Het is tijd voor de verhalenvertellers. Gelukkig. Want zij máken ons gelukkig. Imagine….

Dat meisje uit Atonement wilde dat zij een boek had geschreven, zodat haar lezers zich zelf een voorstelling konden maken hoe dat kasteel ‘Arabella’ eruit zag. Imagine…..

Ik heb met acht vrienden een kasteel in Frankrijk gekocht. Het gevoel van kasteelheer of kasteelvrouwe zijn, dat dat kasteel aan onze gasten geeft maakt hen gelukkig. En ik hoop daar gelukkig oud mee te worden!

“Verbeeld je maar niks”, zei mijn moeder altijd al!

Maar eindelijk is de verbeelding aan de macht!

Imagineering en als belangrijk onderdeel daarvan storytelling is speerpunt van innovatie geworden en daarmee speerpunt van economisch beleid.

Proficiat! We zijn volwassen geworden!

Reinoud van Assendelft de Coningh
 

 

Terug naar top ^


 

INNOVATIE
29 januari 2008: Minisymposium Toerisme

Tijdens de nieuwjaarsreceptie van de Kamer van Koophandel in het congrescentrum van Papendal mochten we luisteren naar een inspirerende voordracht van oud staatsecretaris Joop Wijn, die tegenwoordig Directeur MKB van de RABO Bank is.

Joop Wijn had het onder andere over innovatie. Innovatie, constant kijken hoe je je bedrijf, je product kunt verbeteren. Innoveren betekent dat je met een beter en up to date product of dienst beter kunt concurreren.
Het betekent ook, dat je bedrijf  klaar is voor morgen, voor de economische situatie van morgen en de markt van morgen. Je bedrijf is door zijn innoverend vermogen een aantrekkelijke samenwerkingspartner. En die samenwerking, die wij hier kunnen creëren, die kan volgens Joop Wijn China, Oost Europa of India nooit kopiëren.

Innovatie betekent binnen een bedrijf, dat iedereen, van de werkvloer tot de directie altijd alert is op alle mogelijkheden om iets te verbeteren in het bedrijfsproces.

De organisatoren van vandaag, de Kamer van Koophandel, de Stadsregio, VNO/NCW en MKB Oost Nederland  hebben voor onze regio toerisme, net als een aantal andere bedrijfstakken tot ‘groeibriljanten’ verheven. Bedrijfstakken die verder kunnen uitgroeien en daarmee onze regio nóg beter kunnen laten presteren dan zij al doen. De trekkers van de economie!

Innovatie speelt binnen het toerisme een heel belangrijke rol. Ik wil heel graag het betoog van Joop Wijn onderstrepen om  nú te investeren in technologie. Vooral in het toerisme zijn wij daar enorm van afhankelijk. Voor degenen, die denken dat het allemaal zo’n vaart niet loopt een paar cijfers: 80 % van alle hotelkamers die toeristisch worden benut wordt tegenwoordig on line geboekt. 70 % van al uw site-bezoekers komt via Google!

Marketing 2.0 staat niet meer voor de deur, nee, marketing 2.0 is al lang binnen. En dat betekent niet alleen, dat u er alles over moet weten, maar ook dat u zich moet realiseren hoe u marketing 2.0 gaat gebruiken. Tot nu toe was een website niet meer dan een geïllustreerd boek. Een brochure, die via het internet benaderd kon worden.

Binnen Marketing 2.0 is je website je ‘centerpoint of marketing’!

Het  wil zoveel zeggen als zowel in het traject vóórdat de klant bij je komt , als nadat de klant is geweest steeds contact met hem of haar houden.

De consument, onze bezoeker wil gehoord, bewonderd en bediend worden! Als je innovatief bent en dús de kwaliteit van je bedrijf optimaal is, kun je daarmee ook héél transparant zijn. Dat betekent dat je die consument de kans biedt om mee te bepalen welke content op jouw site staat. Wat er te zien is. Jij bepaalt de content van je site, maar ook de klant kan dat.

User generated content heet dat met een duur woord. Het beste voorbeeld is Wiki-pedia, de online encyclopedie. Alles wat daarin staat wordt door de gebruikers gemaakt, toegevoegd en steeds verbeterd. Wiki’s zijn gespecialiseerde bijdragen die geleverd worden door de gebruikers zelf. Of Tripadviser.com, waar je je vakantie boekt op basis van de ervaringen die anderen op die locatie hadden en die zij beschreven hebben.

Wat kun je met marketing 2.0 nu voor een toeristisch bedrijf?

Zorg bijvoorbeeld dat elk onderdeel , elke attractie, elk dier in de dierentuin of elk gebouw in het Openluchtmuseum z’n eigen ‘content pack’ krijgt.

Dat content pack bestaat uit een weblog, een game, video, foto’s, gebruikers recensies, de community (of de fan-site) en natuurlijk de gewone tekst. Welke weblog? Moet ik die elke dag schrijven? Tuurlijk niet. Geef  100 bezoekers een gratis ticket en laat hen de weblogs schrijven. Dagelijks vers! Transparant en eerlijk! Welke video? Dat kost me toch een kapitaal? Tuurlijk niet, laat bezoekers video’s en foto’s maken en die uploaden. Breng de bezoekers online met elkaar in contact! Voor de grotere attractieparken zijn er talloze fan-sites, waar toch al alle informatie wordt uitgewisseld. Je hoeft op maandagmorgen alleen maar een uitdraai te maken van alle opmerkingen van de fansite om te weten waar speciaal onderhoud nodig is. Bespaart vaak héél veel personeelskosten, omdat je precies weet wat er kapot is en wáár!

De cost  per sale (CPS) kan door het gebruiken van dergelijke sociale mediabronnen met tientallen procenten omlaag gebracht worden.

Er zijn twee soorten bedrijven. Bedrijven in de ‘red ocean’, gericht op productontwikkeling en op kostenbeheersing. Constant in een rat-race omdat er steeds meer moet tegen minder kosten. Je hebt ook bedrijven in de ‘blue ocean’, die constant bezig zijn met het toevoegen van extra waarde voor hun gasten of klanten. Die transparant zijn, eerlijk. Dat wordt herkend door de gast, die zich daar prettig bij voelt, langer blijft, meer uitgeeft en z’n vrienden op het bedrijf attendeert. Net als in het dagelijks leven: “Als jij eerlijk bent geef ik jou mijn vertrouwen!”

En dat is meteen de doelstelling van marketing 2.0. Want marketing 2.0 betekent die technieken en die innovatie gebruiken om de klantwaarde te verhogen, om de lifetime van een klantcontact te verlengen en om méér klanten te krijgen. En bij alles wat je doet je natuurlijk afvragen: “Wie is de doelgroep, wàt is de doelstelling en hoe gaan we die doelstelling realiseren?”

Ik hoorde een paar jaar geleden het geweldige uitgangspunt voor Toerisme en de hele hospitality sector: ‘People like to collect memories rather than things’. Ik denk dat dat waar is en dat we daarnaar moeten handelen. Story First, business second , product third.

Eérst het verhaal waar alles vandaan komt, dàn de business die dat dat verhaal moet realiseren definiëren en tenslotte het product dat erbij hoort zoeken. Vroeger deden we dat andersom. Toen óók goed, maar de markt vraagt tegenwoordig om een uniek aanbod in ieders unieke weg door het leven.

Als ik een klant wil hebben, moet ik ervoor zorgen, dat die klant onderscheid maakt tussen mijn bedrijf en een ander. Dat ik het vertrouwen van die klant kan winnen op basis van mijn eerlijkheid. Dat de klant dáár waardering voor opbrengt en dat ie daardoor een voorkeur aan mijn bedrijf geeft. Dàt is ‘Top of mind awareness’ bereiken.

Ik kan nog heel lang door praten over het gebruik van virals, over het gebruik van sociale netwerken (zoals tripadviser.com , zoals del.icio.us, zoals Hyves, Flickr of linkedIn). Dat ga ik hier niet doen.

Ik hoop dat ik u met dit verhaaltje heb laten zien dat er nieuwe uitdagende marketingtechnieken zijn en dat u daarmee iets moet! Het zal binnen uw bedrijf  teweeg brengen dat van de werkvloer tot de directiekamer alert wordt gewerkt aan de wijze waarop uw bedrijf zich in de markt begeeft en zich voorbereid op een nieuwe toekomst. Innovatie dus!

Reinoud van Assendelft de Coningh
 

 

Terug naar top ^


 

Six Flags
 

Het zal zo’n achttien jaar geleden zijn. 1997 of 1998. Ik was toevallig vroeg thuis. We stonden de dag te evalueren tijdens het koken. De kinderen natuurlijk heerlijk voor de televisie met een Disney Video om hun ouders niet lastig te vallen tijdens het dagelijkse communicatie uurtje. ‘Koken’ moet je in dit verband ook niet te ruim inschatten: een perfecte magnetronmaaltijd omdat we allebei werken en weinig tijd hebben voor de boodschappen en voor het zorgvuldig bereiden van de diverse gerechten die we – ogen groter dan de maag – in de supermarkt tegenkwamen. We spraken nèt de beurs door van die dag, terwijl we er beiden van overtuigd waren dat die ‘booming’ zou blijven. Later bleek dat dat ook het geval zou zijn en tot ongeveer september 2001 zo zou blijven. Maar ja, wij hadden alle aandelen nèt iets te lang vastgehouden omdat we ze – inhaligheidhonger – vanuit gingen dat die stijging zéker nog door zou zetten......…!

Nèt toen we het over het bijkopen van KPN en Ahold hadden van ons vakantiegeld ging de telefoon. Een stem die van ver kwam. Een vrouwenstem. Ik begreep eerst niet wie het was, waar vandaan en waarover dit moest gaan. Kreeg even een associatie met een callcenter, waarvan het eigenlijk normaal was dat ze op die tijd zouden bellen. Maar al snel had ik ‘the message’: het was Tracy. Tracy Blanks. Tracy was tot kort daarvoor lid geweest van de Marketing Committee van de International Association of Amusement Parks, de wereldoverkoepelende organisatie van attractieparken, waarvan ik tussen 1993 en 1996 voorzitter was geweest. Tracy was Marketing Director van ‘Frontier City’, een leuk attractiepark in Oklahoma City, dat nèt was overgenomen door een Amerikaanse keten van parken, ‘Premier Parks’. Ik was er nooit geweest, maar had het park, omdat zij het er vaak over had, op het internet bekeken. Tracy sprak voor mij historische woorden: “Reinoud, we’ve just bought a chain of European Theme Parks and you are the only European I know. Can you help us?” Het bleek, dat Premier Parks, toen aangevoerd door Kieran Burke -een wizard  die vooral veel wist van financiën en financiële constructies- ondersteund door attractieparken veteraan Gary Story, de Walibigroep had gekocht van Eddy Meeus. Eddy Meeus was een voormalig plantage eigenaar uit een Belgische kolonie in Afrika, die in Europa een keten van attractieparken had opgebouwd, vanuit zijn Walibipark in Wavre, een voorstad van Brussel in België. Walibi Wavre, Walibi Flevo in Nederland (daarvoor Flevohof), Walibi Schtroumpf , het smurfenpark bij Metz, Bellewaerde in België, Walibi Rhône Alpes bij Lyon, Walibi Aquitaine aan de Franse westkust en natuurlijk Aqualibi, het grote zwemparadijs naast het park in Brussel. Ik kan mij herinneren, dat ik één keer was uitgenodigd in het kantoor van Eddy Meeus in Walibi Wavre. Een enorme pijpenla, waarin zebravellen, veel goud en spiegels. Een aimabele oudere man met een bril met zulke dikke glazen, dat je wel héél goede ogen moest hebben, wilde je daar doorheen kunnen kijken.

“We’ve just bought a chain of European Theme Parks and you’re the only European I know. Can you help us?” De zin, die Tracy uitsprak denderde na in mijn oren. De grote keten van Amerikaanse parken, waartoe ook de beroemde Six Flags Parken behoorde vroeg míj om hun te helpen in Europa? Natuurlijk zei ik vrijwel onmiddellijk “Ja” om mijn diensten ter beschikking te stellen. Ik was nèt een jaar of anderhalf als zelfstandig adviesbureautje bezig. Het ging al goed en de opdrachten kwamen met zo’n regelmaat binnen, dat ik er over dacht – en soms zelfs al over praatte- om sámen met iemand waarvan ik vond dat hij een absolute topper was verder te gaan en te proberen een ècht adviesbureau op te bouwen. Als ik in staat zou zijn om de vaste adviseur te worden van deze nieuwe grootheid in Europa, zou ons bureau meteen een enorme stap voorwaarts kunnen zetten!

Er volgden twee weken waarin tal van afspraken gemaakt werden met één van Tracy’s medewerkers en met heel veel plezier stapte ik op een vrijdagmiddag in het vliegtuig richting Oklahoma City. Keurig een businessclass ticket gekregen, dus ik voelde me de Coningh te rijk! Ik ben in de afgelopen vijftien jaar zo’n dertig keer heen en weer naar de VS gevlogen en genoot daar elke keer weer van. Geweldig land met echt onbegrensde mogelijkheden, tenminste, als je tot de gelukkige bovenlaag mag behoren.

In Oklahoma City aangekomen werd ik keurig afgehaald en naar mijn hotel gebracht, dat vlakbij de universiteit lag en een erg zakelijke uitstraling had. Het enige hotel in de VS ook, waar ik ooit in een echte éénpersoonskamer sliep.

De volgende dag kreeg ik een rondleiding door Frontier City en besparaken we met de marketing afdeling, onder leiding van Tracy de kansen en bedreigingen in Europa voor Premier Parks met hun gloednieuw aangeschafte Walibigroep. Alle parken die in Europa actief waren passeerden de revue en we bespraken de concurrentiekracht van elk park.

Premier Parks was de zoveelste keten van Amerikaanse parken, die in navolging van Disney in 1992 naar Europa gekomen was. “Wat Disney in Frankrijk doet kunnen wij ook”, moeten de directies van al die ketens gedacht hebben. Universal was naar Port Aventura in Spanje gekomen, Paramount, Warner Brothers naar Duitsland en bouwde laternog een park in Madrid, Busch Entertainment beproefde z’n geluk ook in Spanje.

De nieuwe kreet die door Premier Parks werd gehanteerd was ‘shareholders value’. Het bedrijf werd opgepompt met veel geld dat op de beurs werd verkregen en beleggers hoopten op hoge winsten door de enorme bezoekersaantallen die de grote groep door de schaalvergroting binnen zou gaan krijgen.

Wat een ongelooflijk belangrijke mannen waren dat, die directies, die maar parken her en der kochten om ‘shareholders value’ te bewerkstelligen. In de prachtige directiekantoren werden de grootste deals gesloten en de mannen werden nóg belangrijker dan zij zichzelf al voorgehouden hadden. Zèlf  kregen ze natuurlijk een fiks aantal opties, die op tijd verzilverd werden. Shareholders Value……..

Enfin, ik zat nog steeds in Oklahoma City uit te leggen hoe de markt voor attractieparken in Europa in elkaar zat. Ons volgende bezoek was aan het reclamebureau van Premier Parks,. Op zaterdagmiddag hadden we er de afspraak om alle uitingen van Premier Parks te bekijken en te bezien in hoeverre die geschikt zouden zijn voor de Europese markt.

Nu wordt reklame voor de parken in de VS toch op een heel andere manier gemaakt dan in Europa. En zéker voor deze groep van parken. Premier Parks had ook een aantal Six Flags parken en de naam van de hele groep zou enkele maanden later ook in ‘Six Flags’worden gewijzigd. Nu hadden de Six Flags parken de neiging om hard schreeuwend àlle voordelen van hun park, inclusief de nieuwste achtbaan, de coca-cola promotie en de routebeschijving in een 30 seconden commercial te persen. Op die gedenkwaardige zaterdagmiddag kreeg ik vervolgens een stuk of tien commercials te zien, die stuk voor stuk van dit genre waren. Ik kende de stijl, want was natuurlijk al veel vaker in de VS geweest en had tijdens de beoordeling van de marketinguitingen voor de IAAPA ook al tal van dergelijke wanproducten voorbij zien en horen komen.

Na alle ellende op een rij gezien te hebben, probeerde ik de aanwezigen uit te leggen, dat wij over televisiecommercials toch heel anders dachten. Bij ons gaat het, zéker als je een product wil herpositioneren toch veel meer om de emotie die je over wilt brengen. Ik heb het gezelschap dan ook vrij pertinent afgeraden om hun televisiereclame op deze wijze te maken, omdat ze zo beslist geen aansluiting bij de Europese markt konden verwachten.

De avond daarna vloog ik terug naar Europa. Hopend dat mijn boodschap overgekomen was en dat zij er iets aan gehad hadden.

Enfin, de rest is bekend. Six Flags kwam met veel lawaai in de markt, heeft tientallen miljoenen geïnvesteerd in tal van achtbanen in Biddinghuizen en wilde deze plek tot ‘European Rollercoaster Capital’maken. Daarmee degradeerden ze het fenomeen ‘achtbaan’ook tot een eenvoudig straatje om. Want voordat ze alle variaties van achtbanen bij elkaar op één hoop opstelden was een achtbaan iets dat héél spannend was. Kinderen lieten vele potloodstreepjes achter op de muren van keukens, waar ze elke keer weer hun lengte maten en keken of ze al die vereiste één meter twintig hadden gehaald om in een achtbaan te mogen. Als het dan eindelijk zover was, stonden ze anderhalf uur in een wachtrij in de zomer om gedurende één minuut en vierendertig seconden door de Python in de Efteling gejaagd te worden! Een héérlijke sensatie! En nu? Nu gingen ze in Six Flags Holland, de ‘Roller Coaster Capital’van Europa achter elkaar in wel zes verschillende achtbanen. En dat natuurlijk twee keer per dag. Het wordt nóóit saai natuurlijk, zo’n achtbaan. Maar de sensatie van één keer per drie jaar is er wel af!

Enfin, u kent de rest van het verhaal. Six Flags verloor tientallen miljoenen euro’s en vertrok met de staart tussen de benen terug naar de VS, waar ze ook een behoorlijk aantal stapjes terug moesten doen. De Six Flags parken in Europa werden verkocht aan Palamon, een investeringsclub uit Engelend. En later weer aan Compagnie des Alpes uit Frankrijk.

De strategie werd gewijzigd , een aantal achtbanen werd ontmanteld en verkocht en het park in Nederland is weer helemaal gericht op gezinnen met kinderen. We zijn er weer! Nu ben ik toch héél benieuwd wanneer er weer een Flevohof bij gebouwd wordt!

Reinoud van Assendelft de Coningh

Foto's

Met Marty Sklar, Disney icoon en de enige die de opening van alle Disneyparken heeft meegemaakt!

Social media

Blog

Volg al het laatste nieuws op onze blog. Klik hier.

Adresgegevens

Molenveldlaan 272
6523 RR Nijmegen

M. +31 (0)653 912 988
E. r.van.assendelft@me.com E. info@vanassendelftpartners.nl